Cranio Godart Therapie
Cranio Godart Therapie is een therapie waarin Cranio Sacraal Therapie (CST), Autonome Repositioneringstechniek (ART) en Viscerale Technieken (VT) worden gebundeld tot een geïntegreerde zachte doeltreffende manuele techniek.
Cranio Sacraal Therapie (CST)
is voornamelijk gericht op de behandeling van de schedel (cranium), de wervelkolom en het heiligbeen (sacrum).
Wetenschappelijk is vastgesteld dat de hersenvloeistof (liquor) tussen de hersenvliezen en langs het ruggenmerg ritmisch wordt rondgepompt (liquorcirculatie). Dit dient er onder meer voor de hersenen te voorzien van in de vloeistof opgeloste voedingsstoffen en ook de door hersencellen geproduceerde afvalstoffen weer af te voeren. Deze ritmische liquorcirculatie wordt gereguleerd door een apart zichzelf besturend mechanisme in de schedel. De schedelbeenderen bewegen met dit ritme mee. Deze ritmische beweging, het zogenaamde cranio-sacraalritme, is vrij zwak, niet zichtbaar, maar wel voelbaar, zeker voor een ervaren cranio-sacraaltherapeut.
Als door een of andere oorzaak de schedelbeenderen niet of niet meer vrij kunnen bewegen, bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeval, worden ook de hersenvliezen, die aan de binnenzijde aan de schedelbeenderen vastzitten, in hun beweging beperkt. Hierdoor wordt de liquorcirculatie geremd, hetgeen directe gevolgen heeft voor het functioneren van diverse hersengebieden met allerlei nare gevolgen van dien voor het gehele lichaam. U kunt hier meer over lezen bij Whiplash en Psychische klachten.
De cranio-sacraaltherapeut behandelt deze storingen en zorgt ervoor dat alle onderdelen van dit ingewikkelde systeem weer vrij kunnen bewegen en het lichaam weer normaal kan functioneren.
Autonome Repositioneringstechniek (ART)
Algemeen bekend is dat een spierverrekking problemen veroorzaakt. Het gevolg is een sterke meestal tijdelijke samentrekking en soms verkramping van de spier.
Niet zo bekend is dat dit ook kan gebeuren wanneer een spier passief te veel wordt verkort en daarna te snel weer wordt gestrekt. Het gevolg is namelijk een ontregeling van kleine receptoren in de spier, welke continu essentiële informatie moeten doorsturen naar de hersenen (feedback). Fouten in deze feedback leiden dan tot een verstoring van de spierspanningsregulatie vanuit de hersenen. Het resultaat is vervolgens een blijvende te hoge spierspanning aan één kant van een gewricht en een te lage aan de andere kant, met als gevolg een continue onnatuurlijke stand van het gewricht en chronische pijn.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een enkelverstuiking, een bekkenkanteling, of bij een verschuiving van een wervel. Als zo’n wervel vervolgens therapeutisch wordt terug gedwongen, zoals dat gebeurt bij manipulatie (het zogenaamde ‘kraken’), blijft de asymmetrische spanning rond de wervel gehandhaafd, zodat deze na korte tijd weer in de abnormale stand kan worden teruggetrokken. Er zal dan steeds opnieuw moeten worden gemanipuleerd.
Autonome repositionering daarentegen richt zich op de oorzaak van de scheefstand. Het herstelt de verstoorde feedback vanuit de spier en normaliseert daarmee de spierspanningsregulatie. De spieren om het gewricht krijgen dan weer de normale basisspanning en het gewricht zal uit zichzelf (autonoom) in de juiste stand terugkomen (repositionering).
Lees meer over de ontstaansgeschiedenis van ART bij Lage Rugklachten.